145
berokkent. Dat verzoek mocht geen gunstig
onthaal ontmoeten, uit overweging dat boven
de vele voordeelen, welke de Vereeniging geniet,
het geen aanbeveling verdient aan een gezel
schap, dat elders zijn zetel heeft, nog een som
in geld uit te keeren.
De Fransche opéra werd over het algemeen
niet druk bezocht, hetgeen schijnt te moeten
worden toegeschreven aan het gehalte der ar-
tisten, wier talenten, op enkele uitzonderingen
na, niet aan de eischen van abonués en ha
bitués konden voldoen. Het gering bezoek noopte
dan ook den Directeur, onder overlegging van
een overzicht zijner ontvangsten en uitgaven,
den Gemeenteraad dringend te verzoeken, hem
weder in het genot te stellen van eenig geldelijk
subidie, welk verzoek intusschen werd afgewezen.
Viel die beslissing alzoo niet te zijnen gunste
uit, toch heeft hij gemeend, vertrouwende op
een betere toekomst, de Directie op nieuw te
moeten aanvragen, maar nu voor een drie
jarig tijdvak. Aangezien de heer Desuiten zich
heeft doen kennen als een man, die met ijver
en toewijding zijne taak vervult, hadden wij
geen bezwaar aan zijn verlangen gevolg te
geven en droegen wij hem de Directie weder
op voor de speelseizoenen 1887/88 1888/89 en
1889/90.
Als nieuwe stukken werden opgevoerd de
Opéra’s comiques: „Les contes d'Hoffmann” en
„Madame Favart” beide van Jacques Offenbach,
en de Opera’s-bouffes „Le grand Mogol” van
Edmond Audran en „La Princesse des Canaries”
van Ch. Lecocq, terwijl als grand opéra op nieuw
werd gemonteerd „Aida” van Verdi.
10