176 Scheveningschen weg niet verplichtend te stellen, zoodra het. na ten minste één maand, gebleken zoude zijn, dat de exploitatie langs die lijn minder opbrengt, dan IS cents per tramkilo meter en per wagen 5°. de Société Générale te verplichten aan de stallen te Scheveningen een sierlijker voorkomen te doen geven. Naar aanleiding van de hierboven omschreven door den Raad vastgestelde hoofdvoorwaarden, ontvingen w ij van de Société Générale bericht, dat zij bereid was die voorwaarden te aanvaarden, onder voorbehoud echter, dat het aanvangspunt en het tracé van de lijn naar Scheveningen in de richting van den'nieuwen Badweg duidelijk zouden worden omschreven, en dat de aard van de verfraaiing der stallen te Scheveningen vooraf geregeld en vastgesteld zoude worden. Om aan dat bezwaar te gemoet te komen besloot de Raad den 13en Juli het gebruik van electriciteit als trekkracht toe te staan voor enkel spoorvan het Plein, door de Houtstraat of langs den Korten Vijverberg en het Tour- nooiveld, door het Korte Voorhout tot aan de Boschbrug, met een ombuiging langs de Prin- cesse- en Koninginnegracht tot aan de Suina- trastraat, voor zoover deze richting naar het oordeel van B. en W. technisch uitvoerbaar zoude blijken te zijn, zullende de lijn in het tegenovergestelde geval, in plaats van door het Korte Voorhout, haar tegenwoordige baan over liet Smidsplein en door de Kanonstraat moeten volgen; voor dubbel spoor van de Suma- trastraat tot aan de Witte brug; voor enkel spoor over de Witte brug en verder over den

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1886 | | pagina 183