21
HOOFDSTUK IV.
Geldmiddelen.
721.618.715
f 4.444.447.29
- 3.722.828 57'
Naar de laatste door Gedeputeerde Staten
afgesloten rekening (art. 221 der wet van 29
no. 85), over het dienst-
Juni 1851, (Staatsblad
jaar 1885, bedragen
de ontvangsten
en de uitgaven
zoodat die rekening sluit met
een batig saldo van f
Verder verwijzen wij. wat dat dienstjaar be
treft, naar de staten A en B (Bijlagen 12 en
13), die den aard der ontvangsten en der uit
gaven afzonderlijk vermelden.
Van bovenvermeld saldo werd ten bate van
den dienst 1886 beschikt tot een bedrag van
f51O.53O.295, terwijl het overige ad 1'211.088.42
ten goede kwam aan den dienst 1887.
Volgens de door Gedeputeerde Staten goed
gekeurde begroeting (Art. 207) voor het dienst
jaar 1887 is het geraamd bedrag
der ontvangsten f 3.677.520.92s
en der uitgaven - 3.677.520.925
Wij laten hier verder volgen een staat der
Gem eenteschulden