93 en bet gebouw voor die voor jongens mede in 1881 gereed was, meende de commissie dat daardoor het tot stand komen dier scholen voor goed was verzekerd, en een einde was gemaakt aan een toestand van onzekerheid in de regeling van het openbaar lager onderwijs in deze gemeente, die reeds te lang tot schade van het onderwijs had bestaan. De commissie had geen overwegend bezwaar tegen uw voorstel om in September 1881 de leerlingen der burgerschool le soort aan het Kerkplein tijdelijk over te brengen naar het juist voltooide gebouw van de burgerschool 2e soort voor jongens in de Lombardstraat, omdat ook door Uw college slechts een tijdelijke maatregel werd bedoeld, en bij het onvermijdelijke van de ontruiming der school aan het Kerkplein plaats voor die leerlingen moest worden gevonden. Tot dusverre heeft de commissie stilzwijgend berust in het nog voortduren van dien tijdelijken toestand, niet omdat zij het werkelijk tot stand komen dier burgerschool 2e soort onnoodig achtte, maar alleen omdat zij vertrouwde, dat ook bij Uw college het oprechte streven bestond, het raadsbesluit van October 1881 ten volle uit te voeren, en zij niet door voortdurenden aandrang, U in uwe moeielijke taak W’ilde belemmeren of die minder aangenaam maken. Zij kon niet vermoeden dat haar stilzwijgen zoude worden misverstaan, en er gevaar bestond dat de lijdensgeschiedenis der burgerschool 2e soort voor meisjes, ten aanzien van die voor jongens, zoude worden herhaald. (let schrijven van Uw college, dat «sedert eenigen tijd bij »U de vraag in overweging is, of het niet wenschelijk ware •den Gemeenteraad voor te stellen, het nieuwe schoolgebouw aan de Korte Lombardstraat blijvend te bestemmen voor ■eene burgerschool le soort, en het besluit tot het in stand houden van eene burgerschool 2e soort voor jongens in te trekken,” was daarom eene groote teleurstelling voor onze commissie. Dergelijk voorstel door U gedaan zoude de regeling van het openbaar onderwijs in deze gemeente, in October 1881 eindelijk tot stand gekomen, weder op losse schroeven zetten, en wederom ten aanzien van het onderwijs voor jongens eene onzekerheid in het leven roepen, die de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1886 | | pagina 304