27.
Bijlage
op eene inrichting
ZEVEN EN TWINTIGSTE VERSLAG
den slaat der Academie ran Beeldende
Kunsten te s-Grarenhage over 1'8851886.
Indien op eene inrichting van onderwijs mag worden
toegepast wat voor Rijken geldt, dat namelijk hun toestand
gelukkig mag heeten naarmate hunne geschiedenis in enkele
woorden kan worden vermeld, dan zou het nu afgesloten
tijdperk, behoudens ééne zeer smartelijke gebeurtenis, als een
gunstig jaar voor de Academie beschouwd mogen worden.
In dien tijd toch heeft onze inrichting zich voornamelijk
voorbereid op de uitbreiding die haar te wachten staat bij
het gereed komen van het nieuwe gebouw, dat, hoewel zeer
langzaam, niettemin zeker zijne voltooiing nadert. De steeds
toenemende stroom van leerlingen heeft den Raad van Bestuur
tevens overtuigd, dat de toekomstige nieuwe lokalen spoedig
met dankbaarheid voor liet onderwijs in gebruik zullen ge
nomen worden
Doch al die ondervonden medewerking van wege het ste
delijk Bestuur, die toenemende bloei der Academie, werd
geruime» tijd overschaduwd door eene gebeurtenis, die de
gansehe instelling in rouw dompelde. Het was de dood van
den hoofdleeraar-onder-direeteur II. P. Vogel, die Raad van
Bestuur, leeraars en leerlingen aldus trof. Nog was de herin
nering levendig aan het hartelijke en opgewekte feest, dat
men gezamenlijk den 15™ October 1885 gevierd had ter gele
genheid van het zilveren jubileum des heeren Vogel als hoold-
leeraarnog sprak men met warme waardeering over de
groote blijken van gehechtheid en vereering, die op dat
schoone avondfeest den beminden hoofdleeraar zoo van harte
waren ten deel gevallen, toen op 5 Januari de treurmare