Bijlage ÜS ’s-Gravf.nhage, 4 Maart 1887. algemeen genomen, het aantal bedeelden eenigszins hoo- geweest dan in 1885, doch het gezamenlijk bedrag van uitgereikten onderstand is nog iets beneden dat van vorige jaar gebleven, daar de prijs van het brood in Ter voldoening aan der verordening van Burgerlijk Armbestuur de het voorschrift, vervat in artikel 26 13 October 1880, no. 506, heeft het eer het navolgende verslag omtrent zijne verrichtingen in het afgeloopen dienstjaar 1886 den Gemeenteraad aan te bieden. Daar de Commissie in de Raadsvergadering van 16 Sep tember 1886 de eer genoot eener herbenoeming en de heer Wethouder Mr. J. P. Vaili.ant, op uitnoodiging van den heer Burgemeester, zich wel op nieuw met het Voorzitterschap heeft willen belasten, had er in dat Bestuur geen verande ring plaats. Evenmin is er in het personeel der ambtenaren eenige afwisseling voorgekomen. Het strekt het Burgerlijk Armbestuur tot genoegen te kunnen mededeelen, dat de toestand van het armwezen der Gemeente ook nu niet ongunstig kan genoemd worden, zoo- als uit de later te vermelden cijfers kan blijken. Wel is over het ger den het 1886 weder iets minder is geweest. Tot het eenigszins hooger cijfer van bedeelden droeg voor namelijk bij, dat gedurende de eerste weken van 1886, in de zevende onderstandswijk (Scheveningen), een grooter aantal gezinnen dan het vorige jaar is moeten ondersteund worden, wegens de mindere voordeelen der visscherij. Daarbij was ook het aantal zoogenaamde vaste bedeelden wegens gevorderden leeftijd of lichaamsgebreken eeniger mate geklommen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1886 | | pagina 453