Bijlage 31. 167 EEN EN DERTIGSTE jaarlijksche verslag der Soep- inrichting voor arme Israëlieten te ’s-Gravenhage, over 1885—1886. Het door uwen Secretaris, ingevolge het reglement onzer inrichting, uit te brengen verslag over het jaar 1885 86 kan uit den aard der zaak ditmaal kort zijn. Onze werkkring bleef grootendeels dezelfde, ingrijpende veranderingen hadden niet plaats. De onbekrompen liefdadigheid van de ingezetenen van’s Gra- venhage liet zich ook in het afgeloopen jaar niet onbetuigd. In tegenstelling van andere jaren mag uwe verslaggever met dankbaarheid getuigen dat de opbrengst der winter- inschrijvingen en collecte’s, de hoofdbron van onze inkomsten ongeveer gelijk bleef aan die van het voorafgaande jaar. Dank zij hen allen, dank ook uit naatn der armen, die weder dit jaar door hunne ruime gaven uw Bestuur hebben gesteund en zijn streven hebben helpen bevorderen. Het getal uitdeelingen kon daardoor stijgen tot 26, dus weder 1 meer dan in 1884/85; de uitdeelingen vingen aan 28 December 1885 en eindigden 5 Maart 1886. Aan 168 hoofden van huisgezinnen met 591 inwonende kinderen, uitmakende 559 personen, werden in gemelde uit deelingen verstrekt10837 portien. Buitendien, bij iedere uitdeeiing, aan een twaalftal leerlingen der Israëlietische armenschool, daartoe even als vorige jaren aangewezen335 portien. Aan buitengewoon bedeelden 571 Overgebleven portien die over verschil lende personen verdeeld werden In het geheel 11910 portien.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1886 | | pagina 469