31 De proef, in het vorige uitdeelingsjaar begonnen, om, met intrekking van de voorheen voor elke uitdeeling afzonderlijk verkrijgbare soepkaarten, die de controle in alle opzichten zeer bemoeilijkten, tevens aan armen van andere gezindten, op aanvrage van inschrijvers of na zelf gehouden zeer nauw gezet onderzoek, de gelegenheid te geven van onze instelling gebruik te maken, werd dit jaar voortgezet en leverde goede resultaten op. Terwijl wij ons doel n. I. bedeeling aan behoeftige Israëlieten steeds voor oogen hielden mochten wij tegelijkertijd op die wijze, aan 51 hoofden van huisgezinnen tot andere gezindten behoorende warme en voedzame spijs verschaften. Door een gestadig toezicht op de samenstelling en bereiding der spijs en de deugdelijkheid der ingrediënten daartoe be- noodigd, werd niets onbeproefd gelaten om gezond en degelijk voedsel te verschaften. Met welwillende en belanglooze medewerking van den lieer I. Mendel alhier, werd door voorafgaande keuring steeds gezorgd, dat het vleesch van de beste kwaliteit was. Daar dit zonder onze belangen en het doel, ilat wij beoogen, te schaden geschieden kon, werden ook weder dit jaar talrijke kleine bezuinigingen ingevoerd. Niet het minst droeg daartoe bij een nauwkeurig toezicht op den gang der werkzaamheden door eene vaste commissie uit ons midden. Daardoor was het mogelijk met beperkte middelen in be trekkelijk ruime mate nuttig werkzaam te zijn. Een zeer gewaardeerd blijk van belangstelling ontvingen wij van de voedingscommissie uit de Loge l'L'nion Royale. Door een gift van f 20 stelde zij ons in staat aan de kinderen der Israëlietiscbe armenschool en aan ons personeel bij gelegenheid van s Konings verjaardag, een extra onthaal te verschaften. Daarvoor werd aan 40 kinderen, bij het lot aangewezen, in drie afdeelingeii verdeeld, en aan ons personeel, op 19 Februari j. 1., door de goede zorgen en onder leiding van den Heer D. Sarluis, eene maaltijd verstrekt bestaande uil

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1886 | | pagina 470