33.
's-Gravenhage, Maart 1887.
eene herleving van
en in de toekomst
Neemt men echter in aanmerking dat evenals in de laatst
voorgaande jaren, het aantal werklieden belangrijk beneden
dat van de eerste jaren na de oprichting van het kosthuis
is gebleven, en dat er nog jaarlijks eene belangrijke som
op de waarde van het Huis afgeschreven wordt, dan is de
toestand niet geheel onbevredigend.
Het bestuur koestert de hoop dat bij
het bouwvak, ook het bezoek zal toenemen
betere resultaten te wachten zijn.
aanverwante vakken, leveren de meeste
eene of meerdere weken van de inrich-
Het bouwvak en
bezoekers, die voor
ting gebruik maken.
Afgescheiden van de financieele resultaten, blijkt uit het
totaal der logeergasten, dat de inrichting aan haar doel
blijft beantwoorden.
.Vamen* het Bestuur der Haagsche Maatschappij
voor Kosthuizen.
11. J. C. de Charro,
Secretaris v/h. Bestuur.