I
Bijlage 40
’s-Gravenhage, 25 Februari 1887.
J
De Commissie voor het Gemeentemuseum moet het verslag
heett U hierbij aan te bieden, tot haar
de mededeeling dat in haren
hebben plaats gehad die zij zeer
over 1886, dat zij de eer
leedwezen aanvangen met
boezem vele veranderingen
betreurt.
Den 2den Juni overleed
SchiMMELPENNINCK VAN der Oye, lid van den Gemeenteraad, die
sedert 1873 als lid en sedert 1881 als penningmeesier der
Commissie zijn mandaat steeds met ijver en nauwgezetheid
vervulde. In het bijzonder bij het overbrengen der vooi werpen
naar het gebouw, waar thans het Museum is gevestigd,
stond hij den Heer des Tombe, die zich met. die moeie-
lijke taak belastte, met groote toewijding bij. De nagedach
tenis aan den te vroeg ontslapen, zeer betreurden Heer SchiM
MELPENNINCK zal duurzaam bij de Commissie in eere en aan
het Gemeentemuseum verbonden blijven.
In de vacature werd den 17den September voorzien door
de benoeming van den Heer Jhr. C. A. van Sypesteyn.
De Heeren G. H. A. N. Rietstap en A. A. des Tombe, die
volgens den rooster aftraden, werden den 22sten November
door Uw College herbenoemd.
Met groot leedwezen ziet de Commissie zich verplicht mel
ding te maken van eene gebeurtenis, waarvan eene herhaling
voor den bloei van het Museum bedenkelijke gevolgen zou
kunnen hebben.
de Heer Mr. W. A. J. Baron