40 Mr. W. J. Snouck Hurgronje Uit de burgert] o zijne zorgen In de maand December verklaarden n. I. twee leden der Commissie, de Heeren des Tombe, die sedert zijn optreden in 1876 als het ware de ziel der Commissie was en wiens verdiensten voor de verzameling niet hoog genoeg kunnen en de hooggeachte en geleerde Dr. M. F A. G. van de Koninklijke bibliotheek, zoomede Leden worden geschat Campbell Bibliothecaris de Voorzitter der Commissie de Heer Mr. J. G. Patijn hun mandaat te moeten nederleggen. De commissie betreurende hun besluit, met eerbiediging echter van de redenen die hen daartoe hebben geleid, vervult gaarne den plicht hulde te brengen jaren de belangen den dank om voor de wijze waarop zij gedurende vele van het museum hebben bevorderd. Bij voor hunne groote belangstelling is de Commissie den Heer des Tombe in bet bijzonder erkentelijk voor belanglooze en onverdroten toewijding voor al de tijdens het verplaatsen der verzameling en voorde smaakvolle wijze waarop al de voorwerpen vooral door zijne bemoeiin gen zijn gerangschikt. Gaarne zegt zij den Voorzitter van den Gemeenteraad na «als het Gemeentemuseum de instelling »is geworden waarop de Residentie thans roem mag dragen »dan is men dit voor een goed deel verschuldigd aan hem »die er zijn tijd, zijn kennis en zijne ervaring in de ruimste «mate voor over heeft gehad.” In de plaats der genoemde leden werden op voordracht der Commissie door Uw College benoemd de Heeren Mr. W. J. Snouck Hurgronje en Jhr. Mr. V. E. L. de Stoers, terwijl de Heer P. C. Evers, op verzoek van Burgemeester en Wet houders, zich bereid verklaarde de betrekking van Voorzitter te aanvaarden. De Commissie is derhalve alsnu samengesteld uit de Heeren: Wethouder P. C. Evers, Voorzitter. G. H A. N. Rietstap, Penningmeester''. Raadsleden .1 1 Jhr. C. A. v. Sypesteyn 6 (Jhr. Mr. V. E. L. de Stoers. Wegens de groote uitbreiding die de verzameling in de laatste, jaren heeft ondergaan, vereenigde de Gemeenteraad

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1886 | | pagina 535