40.
I
zich met het voorstel der Commissie om een Directeur over
het Museum aan te stellen. In zijne zitting van den 14den
December werd tot die betrekking met ingang van 1 Januari
1887 benoemd de Heer A. J. Servaas van Rooijen.
De lokalen en het ameublement bevinden zich in goeden
staat. De schilderijen werden ook in dit jaar zorgvuldig
nagezien en sommige hersteld o. a. door het verdoeken van
drie portretten van J. de Baen, twee van J. W. Delft en
een gezicht op Scheveningen van Le Fever alsmede 18 por
tretten der familie de Witt schoongemaakt en gevernist. De
Heer Z. L van den Berg aan wien die werkzaamheden werden
toevertrouwd, heeft zich van die taak uitmuntend gekweten
Het Museum werd door schenking en vermaking verrijkt
met het volgende
Van de maatschappij tot bevordering der bouwkunst een
exemplaar van een in dit jaar door haar uitgegeven afleve
ring met afbeeldingen van oude bestaande gebouwen in Neder
land, welke uitgave onder meer andere platen bevat
1°. het Raadhuis te ’«-Gravenhage,
2°. de Vierschaar,
3o. de Schoorsteenmantel in de trouwkamer.
Van de Commissie uit het Waalsche kerkgenootschap, een
exemplaar van den bronzen afslag van de penning tot her
denking van het tweede Eeuwgetijde van de herroeping van
het Edict van Nantes in 1885.
Van wijlen den Heer Johan Hoog, overleden te Leiden den
7den April jl. zijne verzameling portretten der familie de
Witt en aanverwante familiën ten getale van 21, omvat
in fraaie antieke vergulde lijsten, aan het Gemeentemuseum
vermaakt bij testamentaire beschikking van den 23sten Novem
ber 1885, onder uitdrukkelijke voorwaarde dat die portretten
I ten allen tijde als collectie bij elkander in eene zaal moeten
blijven bewaard en nimmer zullen mogen worden vervreemd,
welk legaat haar werd afgedragen door den Heer A. M.
Beijerman, Notaris te Utrecht, in zijne hoedanigheid van mede -
erfgenaam van wijlen den Heer Hoog en geplaatst is in de
Vergaderzaal der Commissie.