77
kundige op f 500 en die van de Gemeente-
vroedvrouwen op f 250.
Voorts werd besloten de verloskundige hulp te
Scheveningen, welke tot nu toe was opgedragen
aan één vroedvrouw en een hulpvroedvrouw,
te doen waarnemen door twee vroedvrouwen.
In verband met dat besluit benoemden wij
met ingang van 1 Augustus tot tweede vroed
vrouw Mejuffrouw E. M. Bronkhorst, huisvrouw
van J. G. L. v. d. Burg, tevens ter vervanging
van de hulpvroedvrouw Mejuffrouw J. A. L.
Krüss, aan wie op verzoek, wegens verandering
van woonplaats, met ingang van 31 Maart eer
vol ontslag was verleend.
Ter bevordering van eene meer gelijkmatige
verdeeling van werkzaamheden voor de verlos
kundigen te Scheveningen werd die onderstands-
wijk in tweeën gesplitst door de Keizerstraat,
Nieuwstraat en den Scheveningschen weg, zoodat
een dier vroedvrouwen meer bepaald is belast
met het N. O. gedeelte, terwijl de ander het
Z. W. gedeelte waarneemt.
Alleen bij ziekte of verhindering moeten zij
elkander hulp verleenen.
De Heer 0. V. van Valkenburg vroeg en ver
kreeg met ingang van 1 Januari 1887 eervol
ontslag als Gemeentegeneeskundigein zijne
plaats werd benoemd Dr. 0. J. Feith.
De heer L. van Dorsten, die ruim 14 jaar
als Gemeentebeelkundige was werkzaam geweest,
overleed 6 December; ter vervulling van die
vacature werd gebruik gemaakt van de bij Raads
besluit van 13 April 1880 verleende machtiging
om den heelkundigen dienst in twee onderstands-
wijken aan één Gemeentebeelkundige op te