6
Bezwaarschriften tegen de kiezerslijsten
HOOFDSTUK III.
Gemeentebestuur
Bezwaren daartegen werden niet ingebracht.
Naar aanleiding van het wetsontwerp tot
verandering in de additioneele artikelen dei’
Grondwet, volgens welk ontwerp de gemeente
’s-Gravenhage in de Tweede Kamer van de Staten-
Generaal slechts vertegenwoordigd zoude worden
door drie afgevaardigden, en toegerust met de
wetenschap dat de bevolking der Gemeente op
31 December 1886 bestond uit 143,600 zielen,
zoodat, naar den maatstaf van één vertegen
woordiger op 43,000 zielen, een cijfer van
15,000 zielen niet zoude vertegenwoordigd zijn,
welk cijfer binnen enkele jaren hoogst waar
schijnlijk tot 4-3,000 zoude zijn aangegroeid,
besloot de Raad den 22en Maart tot het in
dienen van een adres aan Z. M. den Koning
tot het doen vertegenwoordigen van de gemeente
’s-Gravenhage in de Tweede Kamer van de Staten-
Generaal door vier afgevaardigden, zoo mogelijk
door toevoeging van de meest nabij gelegen
gemeenten Voorburg, Rijswijk en Loosduinen,
met eene gezamenlijke bevolking van omstreeks
10.000 zielen. Dit verzoek bleef echter zonder
gevolg.
Personeel.
a. Het personeel van den Raad bestond op
31 December uit de heeren