9
gekozen de heer Mr. W. Stortenbeker, en den
18en Augustus ter vervanging van de twee
laatstgemeld en de heeren W. J. M. de Bas en
Jhr. Mr. 0. J. Repelaer van Molenaarsgraaf.
Den 13en October werden ter vervanging van
de heeren P. C. Evers en Jhr. Mr. B. C. de
Jonge, die hun mandaat als lid van den Ge
meenteraad hadden nedergelegd, gekozen de
heeren Mr. F. H. Göbel en W. J. Scheltus.
b. Het college van Burgemeester en Wethouders.
De niet herbenoeming tot lid van den Ge
meenteraad van de heeren Mr. J. P. Vaillant,
J. van Stralen en Jhr. Mr. W. Six was van
belangrijken invloed op de samenstelling van
het College van Dagelijksch Bestuur, waarvan
genoemde heeren deel uitmaakten.
Van oordeel zijnde, dat het na de uitspraak
van de meerderheid der kiezers niet voegzaam
zoude zijn mede te werken tot de samenstelling
der begrooting van inkomsten en uitgaven voor
het volgende dienstjaar namen de heeren Vail
lant, van Stralen en Six reeds den 4en Augustus
ontslag als Wethouder, waarbij zich aansloot de
heer P. C. Evers, die, hoewel niet in de periodieke
verkiezing begrepen, het gevallen votum be
schouwde als te zijn gericht tegen het geheele
Dagelijksche Bestuur.
Ter voorziening in de ontstane vacaturen be
noemde de Raad in zijne zitting van 8 Augustus
tot Wethouders en den Hen Augustus d. a. v.
tot ambtenaren van den Burgerlijken Stand de
heeren A. P. Godon, Mr. J. H. C. Lisman, Mr.
L. P. M. H. Baron Michiels van Verdunnen en
Dr. J. Th. Mouton.