152 Instellingen tot voorkoming van armoede, door of van wege de Gemeente beheerd. De gewone statistieke opgaven betrekkelijk deze instellingen komen voor in de tabellen als bijlage 35, hierachter opgenomen. 1°. De Dank van Leening. 2°. De Hulpbanken. 3°. De Spaarbanken. Commissarissen van de Bank van Leening hebben bij die tabel weder overgelegd een uit voerig verslag, mede hierachter gevoegd, waaruit wij aanstippen dat het aantal beleende panden dit jaar tot een belangrijk cijfer steeg. In de hoofdbank werden beleend 7544 panden voor een bedrag van f 84731.50 en in de hulpkan toren 231164 panden voor een bedrag van f 702.322.50. Bij vergelijking met het vorig jaar zijn in de hoofdbank 408 en in de hulp kantoren 21044 panden meer beleend. Aan het omtrent die instelling uitgebracht verslag ontleenen wij, dat het Bestuur door geldelijke bijdragen van een aantal ingezetenen in staat werd gesteld het weekloon der aan die instelling werkzaam zijnde blinden te ver beteren, zoodat zij, met inbegrip van de drie- maandelijksche toelage en van hun aandeel in de opbrengst der verkochte voorwerpen, ge middeld elk ongeveer f 4 per week verdienen, terwijl het Bestuur tevens kon overgaan tot ver meerdering van het getal werklieden. Aan de aan vragen van een 4tal, die sints geruimen tijd om toelating verzocht hadden, kon eindelijk voldaan worden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1887 | | pagina 160