162 b. Verveen ing. c. Mijnwezen. niet veel om; gunstiger was het gesteld met het vervaardigen van fantasiewerken als: vaan dels, banieren, insignes, enz. De ’s-Gravenhaagsche melkinrichting mocht zich in een voldoenden afzet verheugen; de ongun stige nazomer kwam haar echter niet ten goede. Onder letter b van hetzelfde Hoofdstuk wordt medegedeeld, dat de voortdurende aanbouw aan de alhier gevestigde metselaars, timmerlieden, enz. vrij geregeld werk gat. Onder letter c zijn opgenomen de inrichtin gen in het belang der werklieden, die. evenals de onder letter d genoemde instellingen en inrichtingen in het belang der nijverheid, sedert het vorige jaar geen verandering ondergingen. Het verslag der afdeeling s-Gr avcnhage van de Vereeniging ter bevordering van Fabriek en Handwerksnijverheid in Nederland is als bij lage 37 hierachter gevoegd. d. Visscherij, binnengaats, op de Zuiderzee, en buitengaats. De sclirobnetvisscherij werd in het begin van Februari aangevangen met 165 bomschuiten en 30 loggers. Het aantal vaartuigen, dat aan deze visscherij deelnam, was dus weder minder dan in het vorige jaar. Met deze visscherij vleit men zich dan ook niet meer met een goeden uitslag. De uitkomsten bewezen zulks. De bommen besomden te zamen f 193.432.25, alzoo gemiddeld per bom f1175.zijnde ruim f 100

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1887 | | pagina 170