163 III. Handel en scheepvaart. a. Binnenlandsche handel. Hoofdstuk II letter a van het verslag van de Kamer van Koophandel bevat een overzicht van de verschillende markten te dezer stede, van de hoeveelheid van de aldaar aangevoerde voort brengselen en van de daarvoor besteede prijzen. b. Buiterilandsche handel. Ten aanzien van den buitenlandschen bande verwijzen wij naar Hoofdstuk 11 letter b van het verslag der Kamer. c. Scheepvaart langs de rivieren, kanalen en vaarten. Bij bet einde van het jaar waren er in deze Gemeente 106 vaartuigen van 10 en meer tonnen inhoud met een gezamenlijke tonnenmaat van 1725 ton. De beurtschepen, pak-en markt schuiten, van en op ’s-Gravenhage varende, meten te zamen 2340 scheepston en de stoombooten, minder dan in het vorige jaar. De loggers be- somden gezamenlijk f72.807.60, alzoo gemiddeld per logger f'2425. De prijzen waren zeer hoog. Slechts één vaartuig ging ter kolvisscherij uit. Aan de haringvisscherij namen 191 bom schuiten en 33 loggers deel; de vangst overtrof die van vroegere jaren en rekening houdende, dat de prijzen hooger waren dan die van 1886, mag de uitkomst over het algemeen niet on gunstig genoemd worden. Verdere bijzonderheden, ook wat de prijzen betreft, zijn opgenomen in Hoofdstuk 111 van het verslag der Kamer van Koophandel.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1887 | | pagina 171