1 11 1890 1893 f 8.000 - 2.000 Het toezicht op de verschillende takken der Gemeentehuishouding werd verdeeld, als volgt: Algemeene Zaken, Nationale Militie en Schut terij: de Burgemeester; Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister: de sementsrechtbank te Rotterdam, die, na het afleggen der bij de Gemeentewet voorgeschreven eeden in handen van den Commissaris des Konings, in de openbare zitting van den Gemeen teraad van 22 September d. a. v. plechtig werd geïnstalleerd en het Burgemeestersambt aan vaardde. De heeren A. P. Godon, Mr. J. H. C. Lisman en Dr. J. Th. Mo’uton werden den 6en September op nieuw tot Wethouder, de heer Lisman tevens tot Ambtenaar van den Burgelijken Stand gekozen. Den 27en December werd mede tot Ambtenaar van den Burgerlijken Stand benoemd de heer Jhr. P. O. H. Gevaerts van Simonshaven. Op 31 December bestond het College van Burgemeester en Wethouders uit de heeren Mr. A. J. Roest, Burgemeester 1893 A. P. Godon1893 Mr. J. H. C. Lisman Dr. J. Th. Mouton Mr. L. P. M. H. Baron Michiels van Verduijnen 1890 door den Burgemeester wordt eene jaarwedde genoten van en door eiken Wethouder van Jaar van aftreding.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1887 | | pagina 17