23 «zaak, en niet met eene regeling sedert vele jaren vastgesteld «en thans bijna geheel uitgevoerd. «De Plaatselijke Commissie heeft in haar schrijven van 22 »Oct. 1886 aan Uw College de gronden medegedeeld, waarop «hare overtuiging rust, dat het tot stand komen der burgerschool »(2de soort) voor jongens in deze gemeente wenschelijk en thans «meer en meer noodig is. «Die gronden worden in het rapport der Commissie van «Bijstand meer ter zijde gezet dan weersproken, en zeker «niet weerlegd. «De Plaatselijke Commissie wenscht geene «modelschool,” «noch tracht zij «concurrentie’’ in het leven te roepen. Zij «acht beide woorden slecht gekozen. «Zij meent dat de openbare school minder gevaar zal loopen «toe te geven aan den drang tot africhting voor examens, «ook blijkens de ondervinding zoo nadeelig voor goed onder- «wijs, vooral aan de jongere leerlingen,— en zij is overtuigd «van de groote behoefte aan die school, ook blijkende uit de «overbevolking en den sterken aandrang tot plaatsing op de «Nutschool. «Het bijzonder onderwijs zal door deze school niet aan •ondergang worden blootgesteld. Steeds zullen vele ouders «eischen van bijzonderen aard stellen, waarmede het openbaar «onderwijs onmogelijk rekening kan houden, en wmaraan «alleen op goed ingerichte particuliere scholen voldaan kan «worden. Niet uit die kringen is dan ook de bevolking der «op te richten burgerschool in de eerste plaats te wachten, «maar veeleer uit de tegenwoordige leerlingen der Nutschool, «wier bovenmatig getal thans de goede vruchten van liet «onderwijs dreigt te benadeelen, en bovenal uit hen voor wie «te vergeefs plaatsing aan die school verzocht is, en die nu «gebrekkige, goedkoope inrichtingen bezoeken. «Ook van hen voor wie thans plaatsing wordt gevraagd «op de burgerscholen der 1ste soort, zullen verscheidene, wier «ouders zonder bezwaar een schoolgeld van f 60 kunnen «betalen, op de burgerschool der 2de soort eene plaats vinden. «Ook naar de school in de Atjehstraat zijn enkele leer- «lingen van de burgerscholen der 1ste soort overgegaan; terwijl

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1887 | | pagina 308