23
I
bestemming voor de
1) Zie brief derPlaatselijke Commissie aan den gemeenteraad dd. 4 Juli 1882
•het opmerking verdient dat sedert de opening der burgerschool
der 2de soort voor meisjes, op de burgerschool der 1ste soort
«aan de Schelpkade het aantal jongens van 6 jaar en daarboven,
die op plaatsing moeten wachten, dat der meisjes verre
>overtreft, terwijl dat aantal vroeger gelijk stond.
«Het finantieel belang der gemeente kan zeker geen bezwaar
zijn voor de school.
Integendeel zou de verandering van
«gemeente zeker kostbaarder zijn.
Dan toch zoude de school worden eene burgerschool 1ste
«soort met een schoolgeld van f 18 tot f56, en dus op
«die school veel minder schoolgeld worden betaald dan wanneer
«de bestemming behouden blijft.
«Deze school is daarbij ingericht voor een kleiner aantal
«kinderen dan de burgerscholen. De 1ste soort school is ge-
«bouwd voor 216 kinderen; er zijn 9 lokalen, elk bestemd
«voor 24 kinderen, en een klein teekenlokaal. Thans telt de
«school wel 265 leerlingen, maar dit kan slechts tijdelijk zijn,
«daar de school thans veel te vol is, en o. a. in ééne klasse
«37, in eene andere 41 leerlingen zijn geplaatst, hetgeen, een
«gevolg van de tjjdelijke bestemming der school, op den dnur
«niet houdbaar zal zijn. De lokalen van de burgerscholen der 1ste
„soort zijn grooter en worden bestemd elk voor 40 leerlingen-
«Het voorstel tot verandering van de bestemming der school
«vindt dus geen grond in het belang der gemeentefinantiën,
«en is zeer zeker tegen de belangen van het onderwijs.
«De geschiedenis der meisjesschool moge in deze tot waar-
«schuwing strekken. Hare lange lijdensgeschiedenis heeft het
«onderwijs kwaad gedaan, de gpede regeling daarvan benadeeld
«en de gemeente veel geld gekost, ‘l.
Zal de jongensschool thans niet tot stand komen vóórdat
«weer dezelfde moeielijke weg is doorloopen?
«Want waar de behoefte vaststaat, ,,het Nut” zeker geene
«nieuwe dergelijke school zal oprichten, en dit van andere
«particuliere krachten nog minder te verwachten is, zal de
