23
g 3. Gang van het onderwijs.
Over het algemeen gaf het onderwijs reden tot tevredenheid.
Het onderwijs in de nuttige handwerken voor meisjes werd
in alle scholen verstrekt; in 11 scholen deels gedurende, deels
buiten de gewone schooltijden, in 6 scholen gedurende de
gewone schooltijden en in de overige uitsluitend buiten den
schooltijd.
Bij hernieuwing wordt in de verslagen van eenige hoofden
van scholen de wenschel ijk heid uitgesproken, dat het toezicht
op het handwerkonderwijs voor de meisjes aan eene Commissie
van damesdeskundigen worde opgedragen.
Het handteekenen wordt, met uitzondering der scholen voor
onvermogenden aan het Zieken, waar totnogtoe slechts voor
bereidend teekenonderwijs (vormleer) wordt gegeven, aan de
Keizerstraat te Scheveningen en der school voor minvermo
genden aan de Kerkstraat, in alle scholen onderwezen. In 7
scholen wordt dit onderwijs alleen aan de jongens verstrekt en
wel in 4 scholen, terwijl de meisjes met de handwerken
de maand Juli van het afgeloopen jaar, met een 40tal leer
lingen der 3 hoogste klassen, een uitstapje naar Amsterdam.
Van de 601 leerlingen, die na behoorlijk volbrachten leertijd,
de school verlieten, verkregen 390 een getuigschrift of een
prijs. Aan eenige scholen werden ook aan leerlingen, die op
de school bleven, kleine belooningen uitgereikt.
Over 1887 werden voor prijzen uit het legaat Rahmin
Aghion aangewezen de scholen voor onvermogenden aan het
Kortenbosch, aan de Roggeveenstraat en voor minvermogenden
aan den Noordwal, aan de Sirtemastraat en aan de Badhuis
kade te Scheveningen.
Aan 4 leerlingen, waaronder 2 meisjes, werd een zilveren
horloge en aan één (een meisje) een naaimachine uitgereikt,
’s Konings 70e verjaardag werd aan de openbare lagere scholen
voor on- en minvermogenden, op kosten der Gemeente, met
de meeste opgewektheid gevierd.