26 g 4. Personeel. Nadat jaren achtereen door Curatoren geklaagd was over de steenen bestrating in het Westeinde vóór het gebouw, werd zij eindelijk in 1881 door eene houten bestrating ver vangen. Helaas! ons «Carthago deleta est’’ (zie het Verslag over 1881) werd te vroeg aangeheven. In April moest de houten bestrating wederom plaats maken voor eene van steen. Wel keerde men niet terug tot de keisteenen van vroeger en werden nu klinkers gebezigd, maar de verandering was toch eene aanmerkelijke schrede achterwaarts, waarvan de nadeelige gevolgen bij bet onderwijs worden ondervonden. Curatoren zijn over de zaak niet gehoord. Bestaat eene der hoofdgrieven tegen het gebouw in de ligging op een hoek van een kruis punt van vier drukke straten, dit bezwaar is door den jongsten maatregel vergroot. Waar Curatoren ook weder in het afgeloopen jaar, zooals uit dit Verslag herhaaldelijk blijkt, in verschillende opzichten van Burgemeester en Wethouders en van den Raad eene ge waardeerde medewerking ondervonden, zij het hun vergund het vertrouwen uit te spreken, dat ook met betrekking tot het schoolgebouw hun die steun voortaan niet moge ont breken. I. Voortdurend vatten de leeraren hunne taak met lust en toewijding op. Bij ontstentenis van een hunner zijn de overigen (dit bleek opnieuw bij eene vrij langdurige ongesteldheid van Dr. van Aalst in den aanvang des jaars) bereid de daardoor open vallende lessen zooveel mogelijk waar te nemen. De rector zelf gaat hun daarin met een loffelijk voorbeeld voor. II. Uit eene aanbevelingslijst van twee personen, opgemaakt na verhoor van den inspecteur, en waarop voorkwamen Dr. Arnoldus Cornelis Duker, leeraar in de Hebreeuwsche taal te Haarlem, en de heer Isaak Levie Sohlberg, candidaat in de classieke letteren, bezitter van den graad van Israëlietisch godgeleerde van den eersten rang, hoofd der Israëlietische godsdienstschool te ’s-Gravenhage, werd eerstgenoemde den 3den Juni door den Raad benoemd en wel, overeankomstig

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1887 | | pagina 440