29.
Bijlage
NOTA betreffende het Koninklijk Instituut
van Ingenieurs.
Met verwijzing naar bijlage 29, behoorende bij het verslag
van den toestand der gemeente over bet jaar 1886, wordt
medegedeeld, dat het Instituut op 14 Februari 1888 behalve
den Beschermheer, Z. M. den Koning, telde7 honoraire leden,
794 gewone en 121 buitengewone leden, te zamen 922 leden.
Van deze behoorden op dat tijdstip 172 leden tot de te
Batavia gevestigde afdeeling „Nederlandsch-Indië.”
Het Instituut verkeert in bloeienden staat. De boekerij
neemt voortdurend in omvang toe.
Onder de verliezen welke het Instituut door afsterven heeft
geleden, worden hier met name vermeld de beide honoraire
leden Pu. Croizette Desnoyers, honorair hoofdinspecteur der
bruggen en wegen te Parijs en Mr. A. J. Dltjmaer van Twist,
oud gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië, te Diepenheim
bij Deventer, en de gewone leden J. W. H. Conrad, te Utrecht,
P. C. van Kerckhoff, te ’s-Gravenhage, Mr. H. J. van Lennep,
te Amsterdam, Jhr. J. R. T. Ortt, te ’s-Gravenhage, Jhr.
G. F. van Tets, te Haarlem en 0. baron van Wassenaer
Catwijk, te ’s-Gravenhage.