NOTA omtrent het Koninklijk Zoologisch Botanisch Genootschap te. ’s Gravenhage. i A. W. Greve Kol. kommt. en tot lid van verdienste de Bjjlage 3(>. Omtrent den toestand van het terrein, de gebouwen, het plantsoen en de diergaarde van het Genootschap kan het volgende vermeld worden. De vijver onderging eene groote verbetering door het herstel der glooiingen en het vernieuwen der schoeiingen en separatiën, welk werk veel kosten vereischte. In een gedeelte der Oranjerie werden vijl' nieuwe apen hokken aangebracht, terwijl de aldaar aanwezige reigervolière tot buiten-apenkooi werd ingericht. Overigens werd aan het onderhoud van de gebouwen en hokken de noodige zorg besteed. De vogelcollectie werd door verschillende aankoopen zooveel mogelijk voltallig gehouden, terwijl aan de verzameling zoog dieren geene verdere uitbreiding werd gegeven. De nieuw gebouwde Orchideeënkas voldoet bijzonder aan hare bestemming. De bloei der pisang-plant lokte vele toeschouwers om die zeldzaamheid gade te slaan. De concerten door de kon. Mil. Kapel van het Regt. Gren. en Jagers, alsmede die door andere corpsen gegeven, werden als gewoonlijk druk bezocht. Aan de leerlingen van verschillende scholen werd vrijen toegang tot den tuin verleend. Tot Eere-leden werden benoemd de Heeren: Mr. A. J. Roest, Burgemeester der Residentie en van het Regt. Gren. en Jagers, i heer Chr. Vüulsteke te Gent. Het ledental bedroeg op 1 Januari 1888 2248. Met aflossing en rentebetaling der geldleening werd geregeld voortgegaan, terwijl op het aandeelenkapitaal de gewone uit- loting van 60 aandeelen plaats vond. ’s-Gravenhage, 2 Februari 1888.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1887 | | pagina 524