81 VIL Toezicht op de prostitutie. 6 1°. Volgens opgave der politie waren op 31 December aanwezig: 7 bordeelen en rendez-vous huizen en 141 publieke vrouwen. 2°. Het getal visitatiën heeft bedragen a. bij vrouwen in publieke huizen wonende 1804 b. in het visitatielokaal der Gemeente 612 c. bij op zich zelven wonende vrouwen 1058 In de 2e afdeeling van het Ziekenhuis wer den als besmet opgenomen 32 vrouwen. Uit bovenstaande cijfers blijkt, dat, in verge lijking met het vorig jaar, het aantal visitatiën aanmerkelijk hooger is geweest, hetwelk voor namelijk mag worden toegeschreven aan de door den Raad in zijne zitting van 19 April vastge stelde en den 12en Mei d. a. v. in werking ge treden verordening, regelende het politietoezicht op de prostitutie. Niettegenstaande dat hooge cijfer wijst de heer A. G. H. Muller, met het geneeskundig toezicht belast, in het door hem uitgebracht verslag op de omstandigheid, dat over het algemeen uit voering en toepassing van de verordening zóó bezwaarlijk zijn, dat slechts een klein gedeelte van het aantal vrouwen, die zich aan prostitutie overgeven, zich er aan onderwerpen, zoodat er naar zijn inzien andere middelen noodig zijn om de verordening te doen handhaven. Het Haagsche doorgangshuistoevluchtsoord voor meisjes die het zedeloos leven wenschen te verlaten, bleef gevestigd aan de Hugo de Grootstraat 5.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1887 | | pagina 87