90 Het materieel aldaar werd tevens vermeerderd met één slangenwagen en één reddingstoestel. Aan het in 1886 genomen besluit tot den aan leg van een afzonderlijke leiding der waterleiding met de noodige brandkranen aan den zeekant werd uitvoering gegeven. Het aantal branden bedroeg 205, waarvan 112 schooi steenbranden, 75 binnenbranden en 18 branden met uitslaande vlam. De heer G. de Wijs trad 1 Januari als Commandant van de brandweer in dienst der Gemeentehij aanvaardde de functiên als zoo danig in den loop van het jaar te Seheveningen, doch de leiding te ’s-Gravenhage bleef aan den Opperbran dm oester opgedragen. De woning van den Commandant werd ingevolge Raadsbesluit van 14 Juni telefonisch verbonden. Onmiddellijk na zijne benoeming beijverde de Commandant zich om een onderzoek in te stellen naar de wijze, waarop de brandweer zou moeten worden georganiseerd of gereorganiseerd. Als gevolg van dat onderzoek besloot de Raad in zijne zitting van 15 Februari tot vermeerdering van de gelegenheden tot aanzegging van brand, tot het behouden van de waterleiding als hoofd factor bij het blusschen en tot inrichting van een klein corps geoefende manschappen ter be diening van het materieel. In verband met bovengenoemd besluit werd een nieuwe verordening op de inrichting van de brandweer in deze Gemeente ontworpen, welke echter ’s Raads goedkeuring niet mocht verwer ven; in de zitting van 3 Juni werd zij verworpen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1887 | | pagina 96