142 sten, opgenomen onder bijlage 27 ontleenen wij het navolgende. Met dankbaarheid brengt de Baad van Bestuur in herinnering het door de Provinciale Staten van Zuid-Holland genomen besluit, waarbij, met in gang van 1 Januari 1889, aan deze instelling eene jaarlijksche toelage van ƒ2000. wordt toegekend en waardoor uitvoering kan worden gegeven aan deu sinds lang gekoesterden wensch om het schoolgeld voor den winteravond-cursus dat tot heden acht gulden bedroeg, te verlagen tot vier, hetwelk den werkman ten goede komt. In de plaats van den heer J. G. Vogel, werd tot lid van den Raad van Bestuur gekozen de heer Julius van de Sande Bakhuijzen, terwijl in de vacature, ontstaan door het vertrek van den heer J. G. W. Fijnje werd voorzien door de benoeming van den heer C. H Peters. In het leeraarspersoneel hadden verschillende veranderingen plaats. Tot hulpleeraar in afd. A. werd benoemd de heer M. J. Schild aan den heer Joh. Stortenbeker werd op zijn verzoek eervol ontslag verleend. Ten einde de leerlingen in de lagere klassen meer vrucht van het onder wijs te doen trekken werden in de afdeeling A tot hulpleeraren benoemd de heeren G. A. Laagland en P. Dewald en in het rechtlijnig tee kenen de heer J. A. Mondt en eindelijk tot leeraar in de bouwkunde de heer N. Molenaar. Aan den heer Jz. D. Buys werd eervol ontslag verleend als hulpleeraar in de afd. bouwkunde. Eenige bijzonderheden betreffende de oprich ting van een Kunst nijverheids museum, verbonden aan de Academie van Beeldende Kunsten, treft men aan in de hierachter gevoegde bijlage 27.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1888 | | pagina 148