143
Ook de noodzakelijkheid tot het oprichten
van een dagcursus in Kunstnijverheid wordt door
den Raad van Bestuur in zijn verslag in het
breede uiteengezet, waarbij hij als zijne over
tuiging uitspreekt dat de toenemende bloei en
de toekomst der Academie afhankelijk is van
de spoedige oprichting van dien cursus.
Bij den aanvang van den wintercrusus 1887
1888 werden 487 leerlingen ingeschreven. Hier
van waren 377 betalende leerlingen, onder welke
67 (mannelijke en vrouwelijke) voor den cursus
M. 0. ingeschreven waren; 85 ontvingen het
onderwijs voor rekening van leden, terwijl 25
onvermogenden gratis werden toegelaten; 13
verpleegden uit het diaconie-gesticht der Her
vormde gemeente namen aan de lessen deel. De
afzonderlijke cursus voor vrouwelijke leerlingen
bestond uit 45. Aan den zomercursus namen 53
mannelijke leerlingen deel; die voor het M. 0.
was uit 4(1 vrouwelijke en 2G mannelijke leer
lingen samengesteld.
De schildercursus werd gedurende den winter
door 22 vrouwelijke en 13 mannelijke leerlin
gen gevolgd en des zomers door 7 mannelijke
en 17 vrouwelijke leerlingen.
De verschillende afdeelingen werden bezocht
door het volgende aantal leerlingen:
In de afdeeling A. eerste klasse (elementair
onderwijs) oefenden zich 137 eerstbeginnenden
naar draad- en meetkunstige figuren. De tweede
en derde klasse (teekenen naar eenvoudige blok-
modellen, graphische voorbeelden en pleisteror-
namenten) bestond uit 66 leerlingen, de vierde
vijfde en zesde klasse uit 14 leerlingen; in de
zevende klasse (het teekenen naar groot pleister