145 3° De Schouwburg. 10 Ten aanzien van den Hollandschen Schouwburg vermelden wij dat met de Koninklijke Vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel” onderhandelingen zijn gevoerd over eenige wijzigingen in het cahier des charges, toen zij een aanvraag indiende om vernieuwing der concessie.welke met het einde van het speelseizoen 1887/88 afliep. De meeste wijzigingen waren van ondergeschikt belang, waarover partijen dan ook na gehouden overleg tot overeenstemming geraakten. Wij hadden wel is waar tevens als voorwaarde willen stellen, dat de Vereeniging haren zetel naar 's-Graven- hage zou overbrengen, een eisch, dien wij niet onbillijk rekenden, wanneer de vele voordeelen in aanmerking werden genomen, welke hier door de Vereeniging worden genoten en in geldswaarde uitgedrukt een aanzienlijk subsidie vertegenwoor digen. De Vereeniging toonde evenwel aan, dat het inwilligen van dien eisch haar een niet on aanzienlijk geldelijk verlies zou berokkenen, en daar zij in al de jaren, waarin haar de bespe ling van den Hollandschen Schouwburg was opgedragen, met de haar ten dienste staande middelen het Nederlandsch tooneel uit den treu- rigen toestand van verval, waarin het was ge raakt, heeft opgebeurd en op degelijke wijze de exploitatie gevoerd, drongen wij niet verder op het vervullen dier voorwaarde aan en vertrouw den haar wederom voor de speelseisoenen 1 888/89, 1889/90 en 1890/91 de concessie toe. De voorstellingen bleven over het algemeen vrij goed bezet; vooral de Zondagsvoorstellingen trokken veel publiek.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1888 | | pagina 151