154
(I van
Instellingen door of van wege de Gemeente
bekeerd of gesubsidieerd.
Als bijlage 34- n°. 1 is hierachter opgenomen
een tabel, betrekking hebbende op het getal
armen, rechtstreeks door het Gemeentebestuur
zonder tusschenkomst van armbesturen onder
steund, welke tevens bevat de te dier zake
gedane uitgaven en ontvangsten.
Voor zooveel de instellingen van weldadig
heid betreft, bedoeld bij de alinea's a
art. 2 der wet van 28 Juni 1854 (Staatsblad
no. 100), verwijzen wij mede naar de tabellen
hierachter gevoegd als bijlage 34 no. 2--11;
n°. 2 en 3. Besturen voor huiszittende armen;
n". 4 en 11. Genootschappen, welke aan
schamele armen onderstand verleenen
n°. 5. Genootschappen tot het verleenen van
onderstand aan behoeftige kraamvrouwen
n°. 6 en 7. Godshuizen (niet zijnde ziekenhuizen
of geneeskundige gestichten voor krankzinnigen);
n°. 8. Ziekenhuizen
n°. 9. Soepinrichting voor arme Israëlieten
en vereeniging tot het verstrekken van warm
voedsel aan arme schoolkinderen;
n“. 10. Instellingen tot werkverschaffing aan
behoeftigen.
Onder laatstgenoemde instellingen komt niet
vcor de werkinrichting voor hulpbehoevende
blinden, gevestigd in het Westeinde No. 201.
Uit het omtrent die instelling uitgebracht
verslag blijkt, dat de belangstelling in het lot
der blinden het mogelijk maakte weder twee
blinden op te nemen, zoodat er thans 22 in
die inrichting werkzaam zijn.