Bijlage —O
's-Gravenhage, 25 Februari 1889.
Ter voldoening aan Art. 23 der Verordening, regelende de
Gemeen teapotheek (Verz. 1885 No. 2), hebben Inspectores de
eer UEdel Achtbaren het navolgende verslag over het jaar
1888 uit te brengen.
Hadden bij het verslag over 1887 Inspectores de uittreding
uit hun college van den Heer Moet te vermelden, die om
hoogen leeftijd zijn ontslag als lid meende te moeten nemen,
dit jaar hadden zij weder het verlies van een hunner leden
te betreuren, daar op 30 April 1888 de Heer J. C. T. Vigelius
plotseling door den dood aan zijn werkkring werd ontrukt.
Gedurende tal van jaren had de overledene ook aan de
Gemeenteapotheek zijne zorgen gewijd, en met den Heer
Moet een ijverig deel genomen aan de oprichting en in orde
brenging der nieuwe Apotheek. Zeer stelden Inspectores steeds
zijne voorlichting en adviezen op prijs en smartelijk trof hun
het bericht van zijn zoo plotseling verscheiden.
In de hierdoor ontstane vacature werd door den Raad, in
zijne zitting van 29 Mei 1888 uit een tweetal, bestaande
uit de Heeren G. Jelgersma en H. J. de Zaaijer, eerstge
noemde tot Inspector benoemd, welke benoeming door hem
werd aangenomen, waardoor het college weder voltallig was.
Het nieuwe gebouw voldoet voortdurend aan de verwachting
De inrichting van het laboratorium maakt het mogelijk vele
samengestelde geneesmiddelen weder zelf te bereiden, hetgeen
op de kosten der geneesmiddelen van gunstigen invloed is.
Wenschelijk komt het Inspectores voor in het Laboratorium
eene inrichting te maken tot het bereiden van extracten in
vacuo. In 1888 hebben Inspectores daaraan echter nog geen
gevolg kunnen geven om de kosten, waarvoor geene gelden
bij hen beschikbaar waren.
In het personeel kwam eenige verandering; de Heer v. o