2i 2o. 3o. aanhangig gemaakt door Dr. kelderwoning op de Groote In de volgende vergadering kwam dat rapport ter tafel, en werd eenparig goedgekeurd. Het bestuur had zich bereids veroorloofd liet den Gemeenteraad te doen toekomen, uithooide van urgentie wegens behandeling der concessieaanvrage. Het strekte tot principieels aanprijzing der oprichting, m aar ont ried de aanneming der gevraagde concessie, omdat de com missie oordeelde tot eene gemeentelijke exploitatie te moeten adviseeren (Zie Bijlage). Het vraagstuk is hoezeer reeds vele jaren oud mid delerwijl onopgelost gebleven. De raad verdaagde de behan deling en sedert is de concessievraag ingetrokken. Verder werden behandeld lo. een klacht, bij het Bestuur Korteweg, betreffende eene Markt. Het onderzoek van het Bestuur heeft tot eene poging bij Burgemeester en Wethouders geleid om dien kelder als woning ongeschikt te doen verklaren, welke poging met den gewenschten uitslag werd bekroond; een klacht over den toestand der riolen van een hofje aan de westzijde der Falckstraat, die gegrond bevonden is en waarbij de tusschenkomst van het Bestuur voldoende was, om den eigenaar, den heer A. Dedert te nopen verbete ring aan te brengen een klacht van den heer Robertson in de Helmersstraat over den ergerlijken toestand van een sloot, die de weste lijk gelegen tuinen dier straat begrenst. Het onderzoek toonde aan dat de heer Robertson niet ten onrechte zich beklaagde. Door samenwerking der aangrenzende bewoners is sedert uitdieping en reiniging geschied, en daar deze sloot in verband met de waterverversching onder toezicht van Delfland is gekomen, mag mei vertrouwen dat de toestand bevredigend blijven zal; 4o. een klacht van bewoners van het Spijkermakersslop, be treffende een mestvaalt. Het Bestuur kon zich na onderzoek evenwel niet met het ongunstig oordeel van sommige bewoners vereenigen, en wees derhalve de gevraagde tus schenkomst van de hand; 5o. een zeer gegronde klacht van bewoners van het Reiniers-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1888 | | pagina 292