23
1887
6695
2737
9432
Meer in 1888.
289
431
~72Ö.
Meer in 1888.
200
218
418?
1888
10721
8890
19611
1887
10432
8459
18891
’s-Gravenhage, Februari 1889.
I Algemeene beschouwingen.
Samen
on-
Samen
In verhouding tot de geheele bevolking is ook hier in het
afgeloopen jaar toeneming. De verhouding is 6.42 tegen 6.31
de openbare scholen 4.49 tegen 4.48 pct.;
Op openbare scholen
Bijzondere
pet. in 1887; voor
voor de bijzondere scholen 1.92 tegen 1.83 pet. in 1887.
Aan het hoofd der 90 op 31 December 1888 bestaande
openbare en bijzondere scholen (waaronder 4 openbare en 2
bijzondere herhalingsscholen en 1 bijzondere avondschool voor
Zooals uit de als bijlage A achter dit verslag gevoegde
tabel blijkt, leveren de totaalcijfers der schoolgaande kinderen
de volgende resultaten op:
Openbare scholen
Bijzondere
De percentsgewijze verhouding van al de schoolgaande kin
deren tot de bevolking is in het afgeloopen jaarjvermeerderd
tot 12.78, tegen 12.65 pet. in 1887.
De verhouding op de openbare scholen was in 1888 6.99,
tegen 6.98 pet. in 1887. Op de bijzondere scholen bedroeg zij
5.79, tegen 5.66 pet in 1887.
Tabel B bevat de bijzonderheden omtrent de kosteloos
derwezen kinderen. Hun aantal was
1888
6895
2955
9850