23
II Het Openbaar Onderwjjs
volwassenen) waren geplaatst 67 hoofdonderwijzers of onder
wijzers van den 2den rang 22 hoofdonderwijzeressen of
schoolhouderessen en 1 onderwijzer van den 3den rang, welke
laatste aan het hoofd staat der avondschool voor volwassenen.
Het verder onderwijzend personeel bestond uit
751 onderwijzers en onderwijzeressen, van welke 31 uitslui
tend voor het teekenen, 34 voor de gymnastiek en 63 voor
de handwerken; en 136 kweekelingen, van welke 8 uitsluitend
voor de handwerken.
g 1. Regeling van het onderwijs.
In het afgeloopen jaar werden de hoofden der burgerscholen
(le soort), op advies van den districtsschoolopziener, door
Burgemeester en Wethouders uitgenoodigd, om een collectief
voorstel te doen tot regeling der schooltijden en inrichting van
het leerplan dier scholen ten einde tot meer gelijkvormigheid
te komen. Het voorloopig gevolg daarvan was, dat, met ingang
van 1 September 1888, een algemeen leerplan, bij wijze van
proef werd ingevoerd.
Dat leerplan bestaat thans uit een algemeen gedeelte
dat voor alle scholen van kracht is, en een bijzonder gedeelte
dat alleen betrekking heeft op eenige bepaalde school.
liet algemeen gedeelte omvat: de regeling van de school
tijden, de vacantien, het onderwijs in de bijzondere vakken:
wiskunde, gymnastiek, teekenen, vrouwelijke handwerken en
godsdienstonderwijs, en ten slotte de verdeeling van den weke-
lijkschen leertijd over de verschillende vakken.
Het bijzonder gedeelte omvat: de verdeeling van de leerstof
over de verschillende klassen, de leerplannen voor gymnastiek
en vrouwelijke handwerken en verder de lijst der in gebruik
zijnde boeken, platen, kaarten enz.
De voornaamste wijzigingen hierdoor aangebracht, zijn
afschaffing van het onderwijs in de meetkunde, beperking van
het onderwijs in de algebra tot de hoogste klasse voor jon
gens, uitbreiding van het aantal uren voor gymnastiek en