23
van het schoolgeld kwam onze Commissie niet
voor. Hoewel de school niet uitsluitend door
van meer gegoeden wordt bezocht, is niet gebleken
dat de betaling van het schoolgeld een bezwaar voor de
ouders opleverde. Onze Commissie meende dat bij verlaging
verheugt onze Commissie er zich over dat Burgemeester en
Wethouders in deze richting bereids een eersten stap heb
ben gedaan. Doordrongen van de wenschelijkheid om eene
enquête in te stellen naar de methode, den omvang en de
resultaten van bet onderwijs in dit vak op de openbare
lagere scholen in deze gemeente, hebben zij eene Commissie,
bestaande uit de dames: Mevrouw de douairière J. K. J. DE
Jonge geb. de Koc.k, Mevrouw van Eijk geb. Hardeman,
Mejuffrouw J. S. Beijdals, Mejuffrouw C- J. VANDENENDF.en
Mejuffrouw W. G. C. Booms uitgenoodigd een onderzoek in
te stellen naar dit onderwijs en om na afloop van dat on
derzoek een schriftelijk advies over de hierbedoelde regeling
aan Burgemeester en Wethouders uittebrengen. De uitslag
van dit onderzoek wordt door onze Commissie met veel be
langstelling verwacht.
Naar aanleiding van het verhandelde in den Gemeenteraad
en de gewisselde stukken bij de vaststelling der gemeente-
begrooting over het dienstjaar 1888, waarbij eenige denk
beelden werden geopperd om, door wijziging van de inrichting
of van het schoolgeld der openbare burgerschool 2e soort voor
meisjes, deze beter aan haar doel te doen beantwoorden,
werd daarover het gevoelen onzer Commissie gevraagd;
naar zij meende, meer bepaaldelijk over de vraag of wijziging
van het schoolgeld of van het leerplan dier school ook met het
oog op het bezoek der Hoogere Burgerschool voor meisjes
in deze gemeente wenschelijk zoude zijn.
Drie meeningen waren in den Gemeenteraad uitgesproken
i°.verhooging van het schoolgeld, 2°.verlaging van het schoolgeld
en 3°. opheffing van de hoogste twee klassen der school aan de
Atjehstraatomdat het onderwijs daar gegeven nagenoeg
samenvalt met het onderwijs aan de Hoogere burgerschool
voor meisjes.
Verlaging
wenschelijk
kinderen