23 van het schoolgeld deze school niet bezocht zou worden door leerlingen uit dien maatschappelijke!! kring, welke de burger scholen te soort bevolken en voor welke leerlingen deze scholen ook bestemd zijn. Verhooging van het schoolgeld kwam haar bedenkelijk voor, ook omdat onze Commissie vreest dat hierdoor leerlingen voor welke zij het onderwijs der burgerschool 2e soort wenschelijk oordeelt, daarvan zouden worden geweerd. Zij had minder bezwaar tegen eene matige verhooging van het schoolgeld voor de hoogste twee klassen, omdat het onderwijs in deze klassen èn der Gemeente meer kost èn inderdaad geacht kan worden in zeker opzicht gelijk te zijn aan het onderwijs op de laagste twee klassen der Hoogere burgerschool voor meisjes, waar een schoolgeld van 100 geheven wordt. De opheffing der hoogste twee klassen vermeende onze Commissie ten sterkste te moeten ontraden. Er werd beweerd dat de school aan de Atjehstraat met deze klassen in con currentie komt met het middelbaar onderwijs, van gemeente wege verstrekt. Die bewering is, naar het onze Commissie voorkwam, ongegrond. En de school aan de Atjehstraat èn de Hoogere burgerschool voor meisjes bloeien. Gelegen op grooten afstand van elkander is er voor beiden plaats. Hierbij komt, dat tal van ouders geen middelbaar on derwijs voor hunne meisjes verlangen, omdat zij op grond der methode de voorkeur geven aan het lager onderwijs. Op grond van een en ander drong onze Commissie met den meesten ernst aan op behoud der bestaande inrichting der school aan de Atjehstraat, vooral wat betreft het aantal klas sen en ontraadde zij iedere andere wijziging van het schoolgeld, dan verhooging voor de hoogste twee klassen, indien het belang der gemeentefinanciën daarmede gediend is. Daarop werd in de raadszitting van den 14 Augustus van het afgeloopen jaar de Verordening regelende het bedrag en de grondslagen van het schoolgeld voor de leerlingen der open bare scholen voor Lager Onderwijs van 2 Maart 1882 (Verz. No. 358) gewijzigd. Het schoolgeld op de openbare burgerschool 2e soort voor

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1888 | | pagina 343