24 62 22 21 1887. 11 31 7 w B 1887. Naar het door hen gekozen beroep zijn er onder hen timmerlieden meubelmakers huisschilders smeden en machine-bankwerkers beeldhouwers en boetseerders Totaal 55 tegen 53 in 1887. 9 28 9 126 tegen 120 in «aan 29, in de beschrijvende meetkunde aan 10, in de door- «zichtkunde aan 9 leerlingen van den winteravondcursus. «Aan het onderwijs in ontleedkunde en proportieleer namen «64 leerlingen deel. Kunstgeschiedenis werd aan een zestiental «onderwezenliet onderwijs in costuumkunde werd aan 7 «leerlingen verstrekt. Een cursus in de methodiek werd door «13 leerlingen gevolgd, «De afdeeling C (ornament) bestond respectievelijk uit 66 «en 49 leerlingen. «In de afdeeling D (boetseeren) werd onderwijs aan «leerlingen verstrekt. «De afdeeling E (Bouwkunde) werd wederom zeer druk «bezocht. De eerste en tweede klasse (rechtlijnig teekenen, projectieleen en de leer van hout- en steenverbindingen) was «uit 107 leerlingen samengesteld; de derde, vierde, vijfde en «zesde klasse (samenstelling en toepassing van metsel- en timmerwerken) bestond respectievelijk uit 16, 23 en 13 «leerlingen in de achtste en negende klasse (het ontwerpen «van gebouwen, ook in verband met de bouwstijlen) waren «respectievelijk 12 en 5 leerlingen werkzaam.’ II. De Ambachtschool Directeur de beer fl. L. Boeusma. In December 1888 werd de school bezocht door 126 leer, liegen tegen 120 in 1887. Volgens de indeeling bij het theoretisch onderwijs zijn de leerlingen aldus verdeeld 1ste klasse 58 tegen 61 in 1887. 2de 49 38 - 3de 19 21 Totaal 126 tegen 120 in

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1888 | | pagina 453