26
leend, en
werd hem
durende
als aan
V. Aan den concierge A. Sluijters werd op zijn verzoek-
wegens redenen van gezóndheid, door Curatoren ontslag ver-
wel niet ingang van 1 Maart 1889. Dit ontslag
gegeven op de meest eervolle wijze, daar hij ge-
eenen ruim tienjarige!) diensttijd aan Curatoren zoowel
den rector, door groeten ijver voortdurend redenen
tot tevredenheid heeft gegeven.
Daardoor kreeg Dr. Margadant met 1e Januari 1889 drie uren
vrij in 11a. Daarvoor zou hij met ingang van dien datum
twee uren Griekse!) in de Vde klasse geven, die Dr. van
Meurs bereid was aan hem af te staan.
van eenige leeraren met
1 Januari 1888 is reeds in het vorige verslag
IV. De verhooging der jaarwedden
ingang van
opgeteekend.
Ook is daarin medegedeeld dat Curatoren door Burgemeester
en Wethouders werden uitgenoodigd om hunne denkbeelden
kenbaar te maken aangaande de vraag, of het wenschelijk
was de bezoldiging der leeraren aan bet gymnasium bij Ver
ordening te regelen, z.oodat verhooging dier bezoldiging ge
leidelijk naar vasten maatstaf kunne geschieden. Bij uitvoerige
missive van 8 Mei werd door ons aan dit verzoek voldaan.
Onder dagteekening van 1 October brachten Burgemeester
en Wethouders aan den Baad een verslag uit, aan het slot
waarvan werd voorgesteld «niet over te gaan tot liet invoeren
der vaste jaarwedden, met geleidelijke verhooging naar het
aantal dienstjaren.” (Gemeenteraad. Bijlagen van de Hande
lingen 1888, blz. 132) Dit verslag werd bij gelegenheid der
(begrooting voor 1889 op 23 October in den Raad behandeld
Handelingen blz. 154 en 1551 en na beraadslaging voor ken
nisgeving aangenomen.
Afgescheiden van het beginsel der geleidelijke verhooging
blijft het ons inziens de vraag, of het geene aanbeveling zoude
verdienen om, op bet voorbeeld van andere gemeenten, eene
Verordening tot vaststelling der jaarwedden te maken, of
althans die vaststelling op te nemen in de algemeer.e Veror
dening tot regeling van het gymnasium.