27 heer M. J. Schild, oud-leerling der Academie, in het bezit van het diploma Mi Middelbaar Onderwijs. Aan den heer Joh. Stortenbeker, die sedert den dood van zijnen broeder op nieuw met jeugdigen ijver het leer- aarschap op zich genomen had, werd, op zijn verzoek, met ingang van 1 April 1888, eervol ontslag uit die betrekking verleend, onder hartelijke dankbetuiging voor de trouwe diensten door hem aan de Academie bewezen. De lagere klassen eischten vermeerdering van leeraars- personeel, wilde men althans dat de aanvangende leer lingen, die veel hulp en voorlichting behoeven, vrucht van het onderwijs zouden trekken. Derhalve benoemde men, met ingang van 1 October 1888, tot hulpleeraar: in de Afd. A. de heeren G. A. Laagland en P. Dewald, beide oud-leerlingen der Academie en voorzien van het diploma Mi M. O.in het rechtlijnig teekenen, den heer J. A. Mondt, eveneens voorzien van het diploma Mi M. O.eindelijk tot leeraar in de Bouwkundeden heer N. Molenaar, bouwkundige hier ter stede. Aan den heer Iz. D. Buys werd met ingang van diezelfde dagteekening eervol ontslag verleend als hulpleeraar in de Afd. Bouw kunde. De hoofdleeraar F. Becker was op 18 October 1887 het vierde eener eeuw aan de Academie verbonden, en ofschoon de groote bescheidenheid van dezen zeer ge- waardeerden man eene openbare viering van zijn zilveren Jubileum niet gedoogde, heeft de R. v. B. niettemin door de aanbieding van een huldeblijk zijne hartelijke ingenomenheid daarmede getoond. Met het toekomstig kunstnijverheidsmuseum, bij welks oprichting de belangen van het Academie-onderwijs zoo nauw verbonden zijn, kwam men in dit tijdvak een flinken stap verder. De voorloopige Commissie, die op nieuw zoude trachten, middelen te beramen om tot dat lang gewenschte doel te geraken, kwam na lang peinzen tot de slotsom, dat de belangen van dat museum het best behartigd zouden worden, indien het Academie- Bestuur tevens als beheerder van dat a. s. museum optrad en zich eene Commissie van bijstand toevoegde, die zooveel mogelijk zoude trachten, de oprichting van zoo danige verzameling te verkrijgen. Daar dergelijk museum

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1888 | | pagina 490