Bylage 28. ’s-Gravenhage 20 Februari 1889. geen verandering is Ter voldoening aan art. 26 der Verordening van 13 October 1880 (Verzameling no. 506) heeft het Burgerlijk Armbestuur de eer den Gemeenteraad het navolgende verslag over 1888 aan te bieden. Vooraf zij in herinnering gebracht, dat de heer Wethouder A. P. Godon het voorzitterschap dezer Commissie verwisselde met dat der Commissie van bijstand in het beheer van het Gemeenteziekenhuis en, bij besluit van Heeren Burgemeester en Wethouders van 8 Juni 1888, in eerstgenoemde betrek king werd vervangen door den heer Wethouder Mr. F. A. P. Baron Wittert van Hoogland, tot dusverre lid van dat College. In de daardoor ontstane vacature werd 12 Juni door den Gemeenteraad voorzien door de benoeming van den heer A. J. C. Baron van Pallandt. Voorts werd door den heer J. E. Andries in Augustus daaraanvolgende ontslag genomen als lid van den Gemeenteraad, waardoor eene nieuwe vacature in de Commissie voor het Burgerlijk Armbestuur is ontstaan, die in de vergadering van den Gemeenteraad van i September 1888, toen de overige leden de eer genoten hun mandaat te zien vernieuwen, werd vervuld door de benoeming van den heer Mr. B. L. Rascil De Commissie, aan wie deze lak van beheer werd opge dragen, bestaat alzoo uit de heeren Mr. F. A. P. Baron Wittert van Hoogland, Voorzitter. Mr. C. P. D. Pare. A. Hoogenraad. A. J. C. Baron van Pallandt. Mr. B. L. Rasch. Ir het personeel der ambtenaren voorgekomen. Over het algemeen kan de toestand van het armwezen der Gemeente ook nu gunstig genoemd worden. Het mag echter

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1888 | | pagina 503