28
uitmakende 554 personen, thans te zamen bedeeld met 108.10
in geld en 405 brooden.
Die lijst bedroeg alzoo in Januari in alles te zamen 552
bedeelde gezinnen, uitinakende 1372 personen, met een ge
zamenlijk wekelijksch bedrag in geld van f 361.90 en 715
brooden, hetgeen bij omslag voor den onderstand van ieder
gezin omstreeks 80 cent aan wijst, en alzoo ongeveer gelijk
staat met dat op hetzelfde tijdstip des vorigen jaars.
Tevens hadden als gewoonlijk in het winterseizoen ver
strekkingen plaats van hemden, dekens, stroozakken en stroo,
en uitsluitend voor Scheveningen ook mansbroeken, vrouwen
rokken, kousen en klompen, welke laatste voorwerpen in een
van jaar tot jaar verminderd aantal worden uitgedeeld. Ook
werden aan elk gezin in den wintertijd eenige brandstollen
verstrekt.
De intrekking van bedeeling aan gezinnen van personen
aan den winterarbeid geplaatst, geschiedde voor 33 personen
met 19.70 in geld en 55 brooden ’s weeks.
Bij het eindigen van het winterseizoen werd de onder
steuning ingetrokken van 146 gezinnen, uitmakende 573 per
sonen tot een bedrag van 47.60 in geld en 268 kilogrammen
brood, en verminderd voor 137 gezinnen 235 personen
met 28.90 in geld en 3 brooden.
Hierdoor en tengevolge der sedert 1 Januari plaats gehad
hebbende mutatiën, werd de lijst der bedeelden teruggebracht
op 414 gezinnen uitmakende 859 personen bedeeld met f 299.30
en 440 brooden 's weeks, zijnde 1 gezin minder, 55 cent in
geld meer en 15 brooden minder dan op hetzelfde tijdstip
des vorigen jaars.
Het gezamenlijk aantal der door het Burgerlijk Armbestuur
in 1888 bedeelden heeft, met uitzondering van dezulken ten
wier behoeve reispenningen of transportkosten enz. werden
verstrekt, bedragen