28. De verpleegkosten dezer 171 personen, waarvan op ultimo December nog HG verzorgd werden, bedroegen over het ge- heele jaar 9571.59. Met opzicht tot de verpleging in de koloniën der Maat schappij van Weldadigheid zij vermeld, dat ingevolge de in 1819 en 1821 gesloten contracten, aldaar nog voor rekening van het Burgerlijk Armbestuur gevestigd waren 5 huisgezinnen, die echter als vrijboeren geene kosten aan het Armbestuur veroorzaken. Daarenboven werden voor zijne rekening in die stichting verpleegd eene bij hare betrekkingen inwonende oude vrouw, benevens zeven kinderen. Tevens werd ten behoeve van een aldaar geplaatst gezin, dat niet zonder onderstand in zijn onderhoud kon voorzien, als vroeger eene wekelijksche toelage voor rekening van het Burgerlijk Armbestuur verstrekt. Ter zake van deze ondersteuning en verpleging werd over 1888 aan de Maatschappij van Weldadigheid betaald944.27 tegen 881.21 in 1887. Tot de mededeeling overgaande van hetgeen betrekking heeft op de verstrekking van genees-, heel- en verloskundige hulp, brengt het Burgerlijk Armbestuur vooraf het navolgende in herinnering: De sterke uitbreiding, die de Gemeente vooral in de laatste jaren heeft ondergaan en steeds toenemende blijft, deed meer en meer de behoefte gevoelen om het aantal Gemeentevroed- vrouwen, met de verloskundige dienst te ’s-Gravenhage belast, te vermeerderen. Ten einde in den dienst geregeld te kunnen voorzien, zag het Burgerlijk Armbestuur, in overleg met den Gemeenteverloskundige, zich verplicht voorloopig een der onderstandswijken, waar die hulp het meest wordt ingeroepen, te splitsen, en machtiging te verzoeken de benoeming eener zevende Gemeentevroedvrouw voor te stellen. Daar intusschen artikel 4 der verordening regelende de genees-, heel- en ver loskundige hulp, die van wege de Gemeente wordt verstrekt, van 6 Januari 1885, No. Ihet aantal Gemeentevroedvrouwen voor ’s-Gravenhage tot zes beperkte, werd den Gemeenteraad eene wijziging daarvan voorgesteld, en bij Raadsbesluit van 12 Juni 1888 bet aantal Gemeentevroedvrouwen voor ’s-Gra venhage vastgesteld op zeven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1888 | | pagina 511