VERSLAG nopens den staat van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart in de Ge
meente ’s-Gravenhage over 1888.
Wederom geroepen tot het geven van een overzicht
van den toestand van Handel en Nijverheid in deze ge
meente zou de Kamer zoo gaarne op verblijdenden
vooruitgang in alle vakken en bedrijven willen wijzen.
Tot haar leedwezen echter is dit niet het geval. De
algemeene toestand onderging weinig verandering. Wel
heerschte er in enkele vakken van industrie eenige
meerdere beweging, doch over het algemeen bleef de
kwijning zichtbaar.
De uitkomsten door de visscherij verkregen waren
evenmin gunstig. Voor het visschersbedrijf voldoen de
bomschuiten niet meer aan de eischen van den tegen-
woordigen tijd. Zij laten zoowel wat snelheid als wat
de hulpmiddelen voor de vischvangst betreft, veel te
wenschen over. Daardoor zijn zij niet in staat om met
succès de mededinging te voeren met de vaartuigen,
die op andere plaatsen reeds de bomschuiten vervingen.
Het is ook te vreezen dat de reeders en zij die bij de
visscherij belang hebben, zich langzamerhand zullen
vestigen ter plaatse waar hunne vaartuigen veilig kunnen
binnenkomen. Zoo zag men nu reeds dat in het afge-
loopen jaar bijkans de geheele vloot te Vlaardingen
Bfjlage 39.
1. ALGEMEENS BESCHOUWINGEN.