39. het II. tot denzelfden Minister ter ondersteuning van een verzoekschrift der Zutphensche Kamer, waarin gewezen werd op de onbillijkheid, waartoe de toepassing der zegelwet aanleiding geett, waar deze voor borderellen, die de postadministratie afgeett, bjj de verrekening der geincasseerde kwitantien zegel voorschrijft. De Kamer herinnerde daarbij dat zij vroeger dezelfde zaak reeds bij genoemd departement ter sprake bracht. III. tot denzelfden Minister naar aanleiding van een adres met verzoek om adhaesie, ingezonden door de Vereeniging ter bevordering van de belangen van den handel te Zwolle, waarbij gewezen werd op de moeie- lijkheden, die voor den veehandel ontstaan door het niet-visiteeren van veetransporten, die na zonsonder gang Essen passeeren. Met het oog op het groote belang van den veehandel voor ons land, besloot zij dit adres bij de Regeering te steunen. IV. tot den Minister van Financiën naar aanleiding van een verzoek van fabrikanten van gouden en zil veren werken om wijziging der wet op den waarborg en de belasting op die werken. De Kamer achtte het evenwel niet wenschelijk het verzoek te steunen, maar besloot zich bij zelfstandig adres tot den Minister te wenden. V. tot den Minister van Justitie naar aanleiding van aan de Kamer gezonden ontwerp faillietrecht De Kamer vestigde op enkele punten van het Regeerings- voorstel de aandacht en verklaarde er zich over het geheel zeer ingenomen mede, daar het een belangrijke regeling geldt van een onderwerp, voor den handel van het grootste gewicht, en waarvan de leemten zich sedert jaren doen gevoelen. VI. tot den Gemeenteraad van ’s-Gravenhage met verzoek een goedkoopere gassoort verkrijgbaar te stellen, als daggas en alleen te gebruiken voor kooktoestellen, gasmotoren enz. uitsluitend als beweegkracht of warm tebron. Volgens de berekening der Kamer zou de gas productie, welke nu 5000 M3 per dag bedraagt, zonder bezwaar, met de bestaande fabriek, met x/3 kunnen worden vermeerderd. De tentoonstelling van gastoe-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1888 | | pagina 594