Bijlage A
‘s Gravenhage, Juli 1888.
In den loop van het vorig jaar werd de tusschenkomst
van de Kamer van Koophandel ingeroepen door eenige ge-
abonneerden bij de Ned. Bell-Telephoon-Maatschappij, om
pogingen in het werk te Stellen tot verlaging vanden abon
nementsprijs.
Nadat gebleken was dat gemeenten als Enschedé en
Leeuwarden, alwaar respectievelijk ƒ30 en ƒ35 betaald wordt,
met een betrekkelijk klein getal geabonneerden, nog winst
afwerpen, kwam het aan de Kamer voor, dat er alleszins
reden hestonden, om op verlaging van het tarief aan te
dingen en zoodoende mede te werken om de telephoon voor
's-Gravenhage te doen worden wat zij tot heden niet was,
een zaak van algemeen n’u t.
Het nut van de telephoon houdt gelijken tred met het
gebruik dat er van gemaakt wordt. Hoe talrijker de aan
sluitingen zijn zooveel te grooter is het nut.
Tal van ingezetenen voor wie dit middel van gemeenschap
groote waarde zou hebben, moeten het zich ontzeggen omdat
de uitgaaf van ƒ120 sjaars veel te boog is. Daarnaast zijn
er anderen voor wie die groote uitgaaf niet geëvenredigd is
aan het nut en de diensten welke zij voor zichzelf er van
zouden hebben. Deze evenredigheid nu ware te verkrijgen,
indien de abonnementsprijs slechts lager gesteld was Naar
gelang het aantal aansluitingen toeneemt, vermeerdert ook
het gemak en genot, dat de telephoon voor iederen geabon
neerde aanbiedt.
Toen in 1879 de consessie met de Ned. Bell-Telephoon-
Maatschappij werd aangegaan voor den tijd van 15 jaar,
was deze zaak nieuw en scheen de prijs niet uitermate hoog.
Thans is het echter gebleken, dat de abonnementsprijs veel