'-I
40.
Bjjlage
Raadsleden
Ingevolge art. 10 der Verordening van den 28 Juni
1887, verzameling No. 9, heeft de Commissie van beheer
voor de verzameling van geschied- en oudheidkundige
voorwerpen, de eer uwer vergadering aan te bieden haar
verslag over het jaar 1888.
Door het bedanken van den heer Mr. L. P. M. H. baron
Michiels van Verduynen, als Wethouder, welke tevens
Voorzitter van deze Commissie was, werd de nieuw op
getreden Wethouder Mr. F. A. P. Baron Wittert van
Hoogland door uw College aangewezen om zijne plaats
in te nemen.
De heeren Jhr. C. A. van Sypestein en Jhr. Mr. V. E. L.
de Stuers, die volgens den rooster aftraden, werden door
uw College herbenoemd.
De Commissie is alsnu samengesteld uit de heeren:
Wethouder, Mr. F. A. P. Baron Wittert van Hoogland,
Voorzitter.
fG. H. A. N. Rietstap, Penningmeester'
'Jhr. C. A. van Sypestein
T1. ../Mr. W. J. Snouck Hurgronie i
Int de burgenj’Jhr Mr v E L de Stuers
Het gebouw bevindt zich in goeden staat.
Het Bestuur der Vereeniging tot het oprichten van een
Museum van moderne kunst heeft gemeend bij een adres
van 14- Februari 1888 uw College te moeten wijzen op
de ontoereikende wandvlakte van de zaal, waarin de hoofd
zakelijk door deze Vereeniging geschonken schilderijen
hangen, en op hare bezorgdheid ten aanzien van de plaat
sing van eventueel later te verkrijgen schilderijen. Dit
Bestuur wenschte dat reeds aanstonds een uitbreiding van
het gebouw werd ter hand genomen. In ons advies op
dit schrijven deelden wij mede dat door verschuiving van
schilderijen aan het plaatsgebrek te gemoet gekomen kon
worden. Wij worden tot dit advies ook bewogen door de
verwachting dat de verwijdering der in bruikleen in het
Museum bewaarde verzameling uniformen en wapenen
van Baron Snouckaert van Schauburg een nieuwe kamer
beschikbaar zou doen worden.
De verschillende verzamelingen werden met de meeste