58 struikheesters, te zamen een waarde vertegen woordigende van f 3006.05. Ten noordoosten van den Badweg en bij den koepel in het Scheveningsche bosch werd eene oppervlakte van 53.73 aren met dennen be plant. Voor deze beplanting alsmede voor het in boeten werden 30000 stuks gebruikt. De groote droogte in den zomer van 1887 was oorzaak, dat veel plantsoen verloren ging en men zeer veel planten voor het inboeten noodig had. De gezamenlijke lengte der paden door het plantsoen ten noordoosten van den Badweg nam met 214 M. toe. Een gedeelte van het laantje van Schuur- beque Boeije, het laantje van Hooft en het Hooge paadje in het Scheveningsche Bosch, ter gezamen lijke oppervlakte van 2061 M2., werden verhard. Voor het beplanten langs den Noordwal en Zuidbinnensingel, na de verbreeding der vaart, werden gebruikt de ypeboomen uit de Timor- straat, die door zilverlinden zijn vervangen. Op de algemeene begraafplaats werden voor de beplanting van het aangetrokken gedeelte gebruikt masten, heesters en treurboomen. De bloemperken werden met 15500 potten bezet, bij onderhandsche inschrijving geleverd door W. Dijks voor de som von f 1166.60. De blijkens ons vorig verslag met de erfpach ters van terreinen tusschen de Witte hing en liet Kurhaus aangeknoopte onderhandelingen, om «ie Gemeente de vrije beschikking over die ter reinen terug te doen verkrijgen, ten einde den behoorlijken aanleg van In tgeprojecteerde nieuwe park te kunnen tot stand brengen, leidden tot

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1888 | | pagina 64