140 Bij het einde van het jaar zag de heer Dr. L. R. Beunen, die sedert 14 jaren met zulk eene toe wijding en waardigheid aan het hoofd van het Bestuur had gestaan, zich verplicht om gezondheids redenen, ontslag te nemen uit die betrekking. Met algemeene stemmen werd hem het eere-voorzitter schap aangeboden. In zijne plaats werd tot voorzitter benoemd de heer A. P. Godon, die er tevens in toestemde het penningmeesterschap te blijven waarnemen. Ook in het leeraarspersoneel hadden verschillende veranderingen plaats. Aan de heeren C. J. Laarman, H. J. Looisen, N. Molenaar en aan de leeraresse Mejuffrouw M. de Chauvigny de Blot werd eervol ontslag verleend. De heeren J. W. H. Berden en A. D. T. W. Lichtenbelt werden tot leeraar be noemd. De leeraar A. v. d. Berg werd belast met de lessen, welke Mejuffrouw de Chauvigny de Blot aan de Academie gaf, terwijl den leeraar F. Stel een lesuur in het rekenen werd opgedragen. De vermindering van het schoolgeld was van in vloed op het aantal leerlingen, hetwelk steeg tot het aanzienlijk cijfer van 577; van dit aantal bezoch ten 3S4 betalende leerlingen, 35 die voor rekening van leden kwamen en 12 gratis-leerlingen den win- teravondcursus. De schilderklasse bestond uit 25 vrouwelijke en 13 mannelijke leerlingen, de cursus voor middelbaar onderwijs uit 44 vrouwelijke en 26 mannelijke leerlingen, en die voor vrouwelijke leer lingen uit 38 jonge dames. Aan den zomer-ochtend-cursus namen 51 mannelijke leerlingen deel; voor het middelbaar onderwijs was die uit 37 vrouwelijke en 31 mannelijke leerlingen samen gesteld; de schildercursus bestond uit 20 vrouwelijke en 12 mannelijke leerlingende cursus voor vrou-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1889 | | pagina 142