146
het daglicht als het kunstlicht uitstekend te zijn
aangebracht.
HOOFDSTUK X.
Aan het door het Burgerlijk Armbestuur uitge
bracht verslag hierachter opgenomen als bijlage
28 ontleenen wij het volgende
De Commissie, aan wie deze tak van bestuur
is opgedragen, bleef onveranderd.
Het personeel der ambtenaren onderging veran
dering door het verleenen van eervol ontslag aan
den heer H. Rinnooij en door het overlijden van
den heer J. C. Vrind, in wier plaats respectievelijk
werden benoemd de heeren A. Oldenburg en J. H.
Keeven.
De toestand van het armwezen in deze Gemeente
kan over het algemeen niet ongunstig genoemd
worden. Wel is het aantal in 1889 ondersteunde
gezinnen grooter geweest dan in vorige jaren en
hebben dientengevolge de kosten deswege meer be
dragen, doch daarbij moet vooral in het oog wor
den gehouden dat de bevolking steeds vermeerdert
en de verdiensten van een aantal werklieden gedu
rende de wintermaanden zeer gering is.
De groote aanvrage om winterarbeid maakte het
noodzakelijk de daarvoor bij de Gemeentebegrooting
voor 1889 toegestane som van f 3450 met f3000
te verhoogen. Die verhooging werd door den Raad
toegestaan den 12den Februari.
De lijst van door het Burgerlijk Armbestuur be
deelden wees in Januari 1889 een cijfer aan:
te ’s-Gravenhage van 363 gezinnen, uitmakende
901 personen, te zamen bedeeld met f 275.80 in
geld en 335 brooden, en
Armwezen.